De ziekte van Alzheimer (of Alzheimer) is een aandoening die de hersenen aantast. Meer informatie over de symptomen, de oorzaken, de diagnose en de beschikbare behandelingen ontdek je hier. 

Wat is Alzheimer?

De ziekte van Alzheimer is een geleidelijke aandoening die gepaard gaat met een achteruitgang van de cognitieve functie van de hersenen. Het beïnvloedt mensen op verschillende manieren, maar de symptomen zijn onder meer geheugenverlies en problemen met denken, probleemoplossend vermogen en taal. Alzheimer is de meest voorkomende oorzaak van dementie.

Wat zijn de belangrijkste soorten Alzheimer?

Er zijn twee hoofdtypes van de ziekte van Alzheimer:

  1. Alzheimer in een beginfase komt voor bij mensen jonger dan 65 jaar. Soms wordt het de ‘ziekte van Alzheimer op jonge leeftijd’ genoemd, een zeldzame vorm van dementie. De eerste tekenen van beginnende Alzheimer worden meestal tussen 40 en 60 jaar zichtbaar.
  2. Late Alzheimer is de meest voorkomende vorm van Alzheimer, die voorkomt bij mensen van 65 jaar en ouder. Het is een geleidelijke ziekte, wat betekent dat na verloop van tijd meer delen van de hersenen beschadigd raken. Dit leidt tot meer symptomen en verergering van de aandoening.

Hoeveel mensen hebben Alzheimer?

Wereldwijd hebben bijna 50 miljoen mensen de ziekte van Alzheimer of aanverwante vormen van dementie. Er zijn bijna 10 miljoen nieuwe gevallen per jaar1.

De ziekte van Alzheimer is verantwoordelijk voor 60-70% van de gevallen van dementie en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zullen wereldwijd in 2030 naar verwachting 82 miljoen mensen aan dementie lijden, en 152 miljoen in 2050.

Symptomen

De symptomen van de ziekte van Alzheimer ontwikkelen zich langzaam over meerdere jaren. De snelheid waarmee de symptomen toenemen, verschilt van persoon tot persoon.

Wat zijn de symptomen van Alzheimer?

Onderzoek geeft aan dat veranderingen in de hersenen al 10 jaar of langer kunnen optreden voordat iemand symptomen van Alzheimer begint te vertonen.

De symptomen zijn in het begin meestal mild en verergeren na verloop van tijd. Ze worden soms verward met andere aandoeningen of in eerste instantie aan ouderdom gewijt.

De symptomen van Alzheimer kunnen bestaan uit:

  • Problemen met het geheugen, zoals moeite met het herinneren van recente gebeurtenissen of gesprekken
  • Slechte concentratie
  • Toenemende problemen met het herkennen van mensen of voorwerpen
  • Problemen met planning, organisatie, probleemoplossing en beslissingen nemen
  • Verwarring
  • Vergeten welke dag het is
  • Moeilijkheden met spreken en het herhalen van woorden of zinnen
  • Ruimtelijke en temporele desoriëntatie (gevoelens van verwarring over tijd en ruimte)
  • Persoonlijkheids- en gedragsveranderingen zoals een sombere stemming, angst of gebrek aan zelfvertrouwen
  • Problemen met ruimtelijke taken zoals afstanden inschatten, trappen op- of aflopen of de auto parkeren
  • Regelmatig voorwerpen verkeerd opbergen of op vreemde plaatsen neerleggen

 

Wat zijn de fasen van de ziekte van Alzheimer?

De ziekte van Alzheimer wordt over het algemeen onderverdeeld in vier hoofdfasen: de prodromale fase, de beginfase, de middenfase en de latefase van Alzheimer:

1. Prodromale fase van de ziekte van Alzheimer

De prodromale fase van de ziekte van Alzheimer is de vroege vorm van Alzheimer. In dit stadium zullen mensen een lichte cognitieve stoornis hebben, zoals een slechter geheugen. Ze kunnen moeite hebben met het onthouden van namen of het volgen van gesprekken, maar ze kunnen nog steeds hun gewone routineactiviteiten uitvoeren.

2. Alzheimer in een beginfase

In de beginfase van Alzheimer kunnen mensen een zelfstandig leven leiden. Zij kunnen nog steeds normale dagelijkse activiteiten uitvoeren, zoals autorijden, werken of deelnemen aan sociale activiteiten.

Het belangrijkste symptoom bij Alzheimer in de beginfase is geheugenverlies. Het kan gaan om het vergeten van recente gesprekken of gebeurtenissen, moeite hebben om op het juiste woord te komen, de namen van mensen en plaatsen vergeten, steeds dezelfde vragen stellen, of spullen kwijtraken.

Er kunnen ook gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen optreden, zoals stemmingswisselingen, toenemende onrust of angst, zich verward voelen, het moeilijker vinden om beslissingen te nemen of het vertonen van een slecht inschattingsvermogen.

In de beginfase van de aandoening zijn deze symptomen niet altijd duidelijk, maar familie en goede vrienden kunnen ze wel opmerken.

3. Alzheimer in de middenfase

Alzheimer in de middenfase is meestal het langste stadium van de ziekte. Naarmate de aandoening vordert, verergeren de geheugenproblemen.

Iemand met Alzheimer in de middenfase kan het nog moeilijker vinden om zich eenvoudige dingen te herinneren, zoals de namen van mensen die hij of zij kent, en kan moeite hebben om dierbaren te herkennen. Ze kunnen meer zorg nodig hebben.

Andere symptomen in de middenfase die zich kunnen ontwikkelen zijn onder andere:

  • Toenemende verwarring – bijvoorbeeld niet meer weten welke dag het is
  • Gevoelens van desoriëntatie en de neiging om af te dwalen en te verdwalen in de vertrouwde omgeving.
  • Obsessief, repetitief of impulsief gedrag
  • Toenemende veranderingen in stemming zoals depressie, angst en frustratie
  • Veranderingen in het slaappatroon, zoals onrust ’s nachts en slapen overdag
  • Toenemende moeilijkheid met spraak en taal (soms afasie genoemd)
  • Meer problemen met ruimtelijke activiteiten, zoals afstanden inschatten en naar voorwerpen reiken.
  • Ontwikkeling van waanideeën en verdenkingen of paranoia over familieleden, vrienden en zorgkundigen
  • Behoefte aan hulp bij het uitvoeren van eenvoudige dagtaken zoals kiezen van geschikte kleding en zich aankleden
  • Hallucinaties

In de middenfase van Alzheimer kunnen mensen nog wel deelnemen aan dagelijkse activiteiten, maar ze zullen in toenemende mate extra hulp en bijstand nodig hebben.

4. Alzheimer in een late fase

In de late fasen van de ziekte van Alzheimer worden de symptomen steeds erger. Dit kan schrijnend zijn voor de persoon met de aandoening, maar ook voor zijn of haar familie en vrienden.

In een late fase kan het zijn dat iemand niet meer begrijpt wat er om hem of haar heen gebeurt. Eventuele hallucinaties en waanideeën kunnen erger worden en ze kunnen zich boos voelen en zich agressief gedragen.

Andere symptomen in een late fase zijn onder andere:

  • Verlies van het spraakvermogen
  • Mobiliteitsproblemen
  • Moeite met zitten en van houding veranderen
  • Problemen met eten en slikken (soms dysfagie genoemd)
  • Urine- en darmincontinentie
  • Verhoogde kwetsbaarheid voor infecties zoals longontsteking
  • Ernstig gewichtsverlies
  • Aanzienlijk geheugenverlies

In de late stadia van Alzheimer kan fulltime zorg en 24 uur per dag hulp bij het wassen, aankleden, naar het toilet gaan, eten, drinken en bewegen nodig zijn.

Wat zijn de vroege tekenen van Alzheimer?

Een van de eerste tekenen van Alzheimer is geheugenverlies. Mensen kunnen vergeetachtiger worden dan normaal. Voorbeelden hiervan zijn het vergeten van belangrijke data, gebeurtenissen of recente gesprekken. Iemand met de eerste symptomen van Alzheimer kan meerdere keren om dezelfde informatie vragen en vertrouwen op geheugensteuntjes zoals post-its en herinneringen op de mobiele telefoon.

Oorzaken, risicofactoren en levensverwachting

Hoewel het nog onbekend is wat de ziekte van Alzheimer veroorzaakt, zijn er verschillende factoren bekend die het risico op het ontwikkelen van de aandoening verhogen.

Wat veroorzaakt de ziekte van Alzheimer?

De ziekte van Alzheimer wordt vermoedelijk veroorzaakt door een opeenhoping van eiwitten in de hersenen die abnormale structuren vormen die ‘opeenhopingen’ en ‘kluwen’ worden genoemd. Wetenschappers weten niet precies waardoor het proces begint, maar het begint vele jaren voordat de symptomen optreden.

Naarmate de ziekte vordert, gaan zenuwcellen in de hersenen (neuronen) verloren. Als de neuronen worden aangetast, is er een vermindering van de chemische boodschappers (neurotransmitters) die verantwoordelijk zijn voor het versturen van signalen tussen hersencellen. Deze geleideljke veranderingen in de hersenen beïnvloeden iemands vermogen om te onthouden, te denken, te communiceren en problemen op te lossen.

Is Alzheimer erfelijk?

Veel mensen maken zich zorgen over het krijgen van de ziekte van Alzheimer, vooral als een familielid aan de aandoening heeft geleden. Een familiale voorgeschiedenis van de ziekte van Alzheimer betekent echter niet noodzakelijk dat andere familieleden de ziekte ook krijgen.

Hoewel genen kunnen bijdragen tot het risico om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, wordt de feitelijke toename van het risico als gering beschouwd. Wetenschappers hebben versies van meer dan 20 verschillende genen gevonden die in verband worden gebracht met een verhoogd risico op Alzheimer. Uit onderzoek is echter gebleken dat het hebben van een van deze versies slechts een klein effect heeft op de kans om Alzheimer te ontwikkelen.

Wie krijgt Alzheimer?

Hoewel het nog steeds niet echt duidelijk is wat de opbouw van eiwitten in de hersenen veroorzaakt die leidt tot de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, zijn er verschillende factoren die het risico op de ontwikkeling van de aandoening vergroten. Deze risicofactoren zijn onder andere:

  • Leeftijd – dit is de belangrijkste risicofactor. De ziekte van Alzheimer treft vooral mensen ouder dan 65 jaar. Het is zelfs de meest voorkomende oorzaak van seniele dementie in de wereld voor mensen van 65 tot 85 jaar2. Nadat je 65 bent, verdubbelt de kans op Alzheimer elke vijf jaar3.
  • Geslacht – vrouwen worden vaker door dementie getroffen dan mannen. Wereldwijd zijn er tweemaal zoveel vrouwen met dementie dan mannen. Wetenschappers weten niet precies waarom vrouwen vaker Alzheimer krijgen. Twee mogelijke verklaringen zijn dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen en dat er mogelijk een verband bestaat tussen Alzheimer en het verlies van het hormoon oestrogeen na de menopauze. Het onderzoek naar het verband tussen de ziekte van Alzheimer en het geslacht wordt echter nog gevoerd en er worden verschillende milieu- en biologische factoren onderzocht.
  • Familiale voorgeschiedenis – er is nog veel niet geweten over genen en hun belang. Hoewel genen een rol kunnen spelen bij het ontstaan van Alzheimer, wordt aangenomen dat dit slechts weinig invloed heeft op het risico. In een uiterst beperkt aantal families is de ziekte van Alzheimer echter een dominante genetische aandoening. In deze families ontwikkelt de ziekte zich meestal op jongere leeftijd, meestal tussen 35 en 60 jaar (dit wordt de ziekte van Alzheimer op jonge leeftijd genoemd).
  • Syndroom van Down – Kinderen die met het syndroom van Down zijn geboren, hebben een hoger risico om op middelbare leeftijd Alzheimer te ontwikkelen. Dit komt omdat de genetische afwijking in chromosoom 21 die mensen met het syndroom van Down hebben, kan leiden tot de opbouw van ophopingen in de hersenen, wat kan leiden tot de ziekte van Alzheimer.
  • Hoofdletsel – Men is zich er meer en meer van bewust dat mensen die een ernstig hoofdletsel hebben opgelopen een hoger risico lopen om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. Er is echter meer onderzoek nodig op dit gebied.
  • Levensstijl – Volgens onderzoek speelt de levensstijl een rol bij het verhoogde risico op Alzheimer. Mensen met een gezonde levensstijl hebben minder kans om Alzheimer te ontwikkelen. Dit omvat regelmatige lichaamsbeweging, gezonde en evenwichtige voeding, niet roken en enkel alcohol drinken binnen de aanbevolen grenzen.
  • Gezondheidsproblemen – Verschillende gezondheidsproblemen kunnen het risico op Alzheimer verhogen. Dit omvat diabetes, beroertes, hartproblemen, hoge bloeddruk, hoge cholesterol en obesitas.

De meest recente onderzoeken geven aan dat ook andere factoren gerelateerd kunnen zijn aan het risico om Alzheimer te ontwikkelen, zoals depressie, sociaal isolement en gehoorverlies.

Hoelang kan je leven met Alzheimer?

De levensverwachting varieert aanzienlijk, afhankelijk van de leeftijd waarop iemand de ziekte van Alzheimer krijgt. Gemiddeld leeft iemand met de ziekte van Alzheimer tussen drie en elf jaar na de diagnose, maar sommigen overleven 20 jaar of langer. Hoe lang iemand met Alzheimer nog te leven heeft, hangt af van de vraag of de diagnose vroeg in het verloop van de ziekte is gesteld of later. De ziekte ontwikkelt zich meestal langzaam, en de symptomen verergeren geleidelijk, verspreid over meerdere jaren. Het verloop varieert sterk van persoon tot persoon.

Diagnose

Als je je zorgen maakt over geheugenverlies of problemen met plannen en organiseren, kun je een afspraak maken met je huisarts. Een juiste en snelle diagnose is de beste manier om de ziekte van Alzheimer te verwerken en plannen te maken. Het zorgt ook voor een tijdige en passende behandeling en ondersteuning die kan helpen.

Hoe wordt Alzheimer vastgesteld?

Er bestaat niet één enkele test om Alzheimer vast te stellen. In plaats daarvan is de diagnose gebaseerd op een combinatie van lichamelijke en geestelijke evaluaties en testen.

Meestal is de huisarts het eerste aanspreekpunt. Hij of zij luistert naar je zorgen of die van een familielid en voert een aantal eenvoudige gezondheidscontroles en een aantal denk- en geheugentesten uit om na te gaan hoe de verschillende delen van de hersenen werken.

Een veelgebruikte test gebruikt door plaatselijke artsen in België is de MMSE – Mini-Mental State Examination. Hoewel het geen diagnose kan stellen, kan de GPCOG geheugenproblemen vaststellen die verder onderzoek vereisen.

Er kan ook een bloedonderzoek worden uitgevoerd om andere mogelijke oorzaken van de symptomen uit te sluiten en, indien nodig, zal een doorverwijzing naar een specialist plaatsvinden.

Het is belangrijk om op te merken dat alle eenvoudige testen die de huisarts uitvoert, slechts voorlopig zijn. Als hij of zij Alzheimer vermoedt, zal hij of zij jou of je familielid doorverwijzen naar een specialist in een ziekenhuis of geheugenkliniek.

Testen om Alzheimer vast te stellen

Er bestaat momenteel niet één enkele test om Alzheimer correct te diagnosticeren. Als je wordt doorverwezen naar een specialist op het gebied van hersenaandoeningen en mentale gezondheidsproblemen in een ziekenhuis of geheugenkliniek, voert deze een volledig neuropsychologisch onderzoek uit met behulp van verschillende vragenlijsten en instrumenten om een correcte diagnose te stellen.

De gespecaliseerde testen beoordelen je mentale en cognitieve capaciteiten zoals geheugen, concentratie, aandachtsspanne, probleemoplossing en taalvaardigheid.

Naast een reeks klinische evaluaties kan de specialist ook nader willen bekijken wat er in de hersenen gebeurt en kan hij of zij een CT-scan of een MRI-scan aanbevelen. Deze scans maken gedetailleerde beelden van de binnenkant van de hersenen en helpen de specialist te beoordelen of er schade is aan de hersenen, en zo ja, waar die zich bevindt. Dit is belangrijk omdat een juiste diagnose bepalend is voor de beste behandeling en ondersteuning. Het kan ook helpen om eventuele toekomstige problemen te voorspellen.

Behandeling en medicatie

Alzheimer kan niet worden genezen. Medicatie kan de symptomen tijdelijk verminderen, maar ze kunnen de ziekte niet volledig uitroeien of voorkomen dat de ziekte ontstaat.

Hoe wordt Alzheimer behandeld?

Medicatie

Er zijn verschillende soorten medicatie die bij Alzheimer kunnen worden voorgeschreven om sommige symptomen te verlichten.

Acetylcholinesterase-remmers (AChE-remmers)

De belangrijkste behandeling wordt uitgevoerd met AChE- of acetylcholinesterase-remmers. Deze medicatie verhoogt de hoeveelheid acetylcholine, een stof in de hersenen die zenuwcellen helpt met elkaar te communiceren. Ze kunnen worden voorgeschreven door specialisten zoals neurologen of psychiaters, of door een arts op advies van een specialist.

AChE-remmers kunnen worden voorgeschreven aan mensen in een begin- tot middenfase van de ziekte van Alzheimer en deze kunnen worden voortgezet als onderhoudsbehandeling zolang er een therapeutisch voordeel is.

Zoals bij alle medicatie kunnen er bijwerkingen optreden, zoals misselijkheid, braken en verlies van eetlust. Als je je zorgen maakt over bijwerkingen, is het belangrijk dat je je arts of apotheker om advies vraagt.

Er zijn drie verschillende AChE-remmers beschikbaar. Sommige mensen reageren beter en ervaren minder bijwerkingen bij het ene type dan bij het andere. Artsen kiezen de meest geschikte behandeling die past bij ieders individuele behoeften.

NMDA-receptorantagonisten

NMDA-receptorantagonisten zijn een klasse geneesmiddelen die werken door een overmatige hoeveelheid van een chemische stof, namelijk glutamaat, in de hersenen te blokkeren.

Ze kunnen worden gebruikt voor mensen met matige of ernstige Alzheimer en kunnen ook worden voorgeschreven aan mensen met ernstige Alzheimer die al een AChE-remmer gebruiken.

Er kunnen bijwerkingen optreden zoals hoofdpijn, duizeligheid en constipatie, dus het is raadzaam om met een arts of apotheker te praten als je je zich zorgen maakt.

Overige medicatie

In de latere stadia van de ziekte ontwikkelen mensen vaak ernstige gedrags- en psychologische symptomen. Ze kunnen eerst een depressie ervaren, die gevolgd kan worden door angst, verhoogde onrust, agressie en hallucinaties. In deze gevallen kan medicatie worden voorgeschreven.

Therapie

Medicatie is niet de enige behandelingsoptie voor mensen met Alzheimer. Therapie speelt een belangrijke rol in de dementiezorg.

Cognitieve stimulatietherapie (CST)

Cognitieve stimulatietherapie (CST) is een populaire, effectieve manier om de hersenen van mensen zo actief mogelijk te houden. Het gaat om deelname aan groepsactiviteiten en oefeningen om het geheugen en het probleemoplossend vermogen te verbeteren. CST omvat vaak thema-activiteiten verspreid over meerdere weken.

Cognitieve revalidatie

Een andere therapieoptie is cognitieve revalidatie. Hierbij wordt samengewerkt met een gediplomeerde professional zoals een ergotherapeut (OT) en misschien een familielid of goede vriend om alledaagse taken uit te voeren. Hierdoor kunnen mensen bepaalde vaardigheden behouden, zo zelfstandig mogelijk blijven en zich beter redden in het dagelijkse leven.

Levensverhaal en herinneringen

Veel mensen met Alzheimer hebben baat bij een therapie met hun levensverhaal en herinneringen. Deze vorm van therapie bestaat meestal uit het bekijken van oude foto's, het vasthouden van lievelingsspullen of het beluisteren van muziek. Dit soort activiteiten kan helpen om de stemming en het gevoel van welzijn te verbeteren en het mentale vermogen te vergroten. Het is een leuke manier voor mensen om hun levenservaringen en dierbare herinneringen te delen en het moedigt hen aan om na te denken over hun verleden en erover te praten, waarbij ze zich belangrijke gebeurtenissen en dierbaren herinneren.

Interventie

Interventie voor de ziekte van Alzheimer omvat therapieën en activiteiten zoals geheugentraining, mentale en sociale stimulatie, oriëntatieoefeningen en programma's voor lichaamsbeweging. Andere interventies zonder medicatie kunnen bestaan uit kunsttherapie, muziektherapie en contact met dieren.

Er is niet veel onderzoek gedaan naar de doeltreffendheid van interventies zonder medicatie, maar experts geloven dat ze de cognitieve prestaties kunnen verbeteren, het verlies van het mentale vermogen kunnen vertragen, mensen kunnen helpen hun onafhankelijkheid zo lang mogelijk te behouden en het welzijn en de levenskwaliteit kunnen verhogen.

Welke maatregelen het meest geschikt zijn, hangt af van verschillende factoren, zoals:

  • Symptomen en hun ernst
  • Voortgang van de ziekte
  • De oorzaken van bepaald gedrag
  • Levensverhaal en omstandigheden
  • Persoonlijkheid

Voeding

Gezonde, evenwichtige voeding is essentieel voor iedereen, maar voor mensen met de ziekte van Alzheimer kan slechte voeding de gedragssymptomen doen toenemen en gewichtsverlies veroorzaken.

In het algemeen is er geen speciale voeding nodig voor mensen met Alzheimer en gelden de volgende aanbevelingen om gezond te eten:

  • Eet evenwichtig met een verscheidenheid aan voedingsmiddelen, waaronder groenten, fruit, volkorengranen, magere zuivelproducten en magere eiwitten.
  • Beperk voeding met veel verzadigde vetten (bv. boter, spek, gebak en koekjes, verwerkt vlees, enz.)
  • Probeer minder geraffineerde suikers te eten (hoewel tijdens de latere stadia van Alzheimer, wanneer het verlies van eetlust een probleem is, het toevoegen van wat suiker het eten kan aanmoedigen)
  • Beperk voedsel dat veel zout bevat

Naarmate de ziekte van Alzheimer vordert, kunnen verlies van eetlust en te veel gewichtsverlies belangrijke problemen worden. Er zijn verschillende redenen waarom iemand met Alzheimer niet wil eten:

  • Ze herkennen het eten dat voor hen staat misschien niet
  • Ze kunnen onzeker zijn over hoe ze moeten beginnen met eten
  • Nieuwe medicatie of een verandering in de medicatiedosering kunnen de eetlust onderdrukken
  • Gebrek aan lichaamsbeweging kan de eetlust verminderen
  • Een verminderd reuk- en smaakvermogen kan betekenen dat je niet meer geniet van voedsel

Als iemand niet genoeg eet en gewicht verliest, kunnen artsen voorstellen om tussen de maaltijden door supplementen in te nemen om extra calorieën op te nemen.

In de midden- tot late fase van de ziekte van Alzheimer kunnen mensen moeite hebben met slikken en een verhoogd risico lopen om zich tijdens het eten te verslikken. Dan is het belangrijk voor familieleden en zorgkundigen om goed op te letten.

Lichaamsbeweging

Regelmatige lichaamsbeweging is zeer heilzaam voor mensen met de ziekte van Alzheimer en helpt de conditie te verbeteren, de stemming te verbeteren, angst te verminderen, de bloeddruk te verlagen, de bloedsuikerspiegel te verbeteren en het gewicht op peil te houden.

Het is belangrijk een oefening te kiezen die veilig is en geschikt voor de persoon en zijn of haar mogelijkheden. Eenvoudige lichaamsbeweging kan een korte dagelijkse wandeling zijn, een beetje tuinieren, yoga of tai chi, of zelfs dansen.

Er is meer onderzoek nodig naar de mate waarin het toevoegen van lichaamsbeweging het geheugen verbetert of de voortgang van de ziekte van Alzheimer vertraagt.

Preventie

Aangezien nog steeds niet geweten is wat de precieze oorzaak van de ziekt

e van Alzheimer is,

is er geen definitieve manier om de aandoening volledig te voorkomen. Een zo gezond mogelijke levensstijl aanhouden kan echter helpen het risico op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer te verminderen.

Ook worden hart- en vaatziekten in verband gebracht met een verhoogd risico op Alzheimer, dus stappen om de cardiovasculaire gezondheid te verbeteren kunnen heilzaam zijn. Deze omvatten:

  • Stoppen met roken
  • Verlaagde inname van alcohol
  • Een gezond en evenwichtig, waaronder vijf porties groenten en fruit per dag
  • Regelmatige lichaamsbeweging
  • Controle van de bloeddruk

Er zijn ook aanwijzingen dat mensen die proberen mentaal en sociaal actief te blijven, minder vaak dement worden. Dat kan door vrijwilligerswerk in de plaatselijke gemeenschap, deelname aan groepsactiviteiten, lezen, omgaan met vrienden en nieuwe hobby’s uitproberen.

Wetenschappelijke onderzoeken

Er is nog veel niet geweten over de risicofactoren, de diagnose en de doeltreffende behandeling van Alzheimer. Onderzoek helpt wetenschappers, artsen en de wereldwijde gezondheidsgemeenschap om een gedetailleerder beeld te krijgen van wat er in de hersenen gebeurt wanneer de ziekte van Alzheimer zich ontwikkelt.

Er loopt wereldwijd een aanzienlijk aantal onderzoeksprojecten naar de ziekte van Alzheimer.

In 2020 waren er 121 unieke behandelingen in klinische proeven voor de ziekte van Alzheimer, zoals geregistreerd in de wereldwijde databank clinicaltrials.gov. De grootste categorie geneesmiddelen in deze klinische proeven zijn ziekteverbeterende middelen die gebruikt worden aan het begin of tijdens de voortgang van de ziekte van Alzheimer. Er is ook een toenemend aantal geneesmiddelen die bekend staan als “’hergebruikte’ middelen die voor andere ziekten zijn ontwikkeld en die ook Alzheimer doeltreffend kunnen behandelen4.

Onderzoekers willen een manier vinden om de voortgang van de ziekte te stoppen of te vertragen. Op dit gebied is er nog veel werk aan de winkel, maar er is steeds meer inzicht in de manier waarop Alzheimer de hersenen verstoort. Dit heeft geleid tot mogelijke behandelingen die het ziekteproces ‘kortsluiten’.

Toekomstige ontwikkelingen in de behandeling van Alzheimer kunnen een combinatie van verschillende geneesmiddelen omvatten. Dit is een gelijkaardige aanpak als bij de behandeling van bepaalde vormen van kanker, HIV en AIDS, waarbij verschillende soorten medicatie worden toegediend.

Behandelingsstrategieën die momenteel worden onderzocht, zijn onder andere:

  • Medicatie tegen de opbouw van het eiwit beta-amyloïde (ophopingen), een kenmerkend teken van de ziekte van Alzheimer. Sommige geneesmiddelen, bekend als monoklonale antilichamen, kunnen de vorming van clusters van ophopingen voorkomen of volledig verwijderen5.
  • Geneesmiddelen die Fyn verhinderen, een eiwit in de hersenen dat een interactie aangaat met beta-amyloïde, waardoor verbindingen tussen zenuwcellen (synapsen) verloren gaan6.
  • Experimentele medicatie die de activiteit van bepaalde enzymen blokkeren die betrokken zijn bij de productie van beta-amyloïde7.
  • Manieren om te voorkomen dat het eiwit tau zich verdraait tot kluwen – microscopische vezels die een ander gemeenschappelijk kenmerk zijn van de ziekte van Alzheimer. Er lopen klinische proeven met tau-remmers en vaccins8.
  • Onderzoekers kijken specifiek naar de ontsteking in de hersenen die Alzheimer veroorzaakt. Er wordt onderzoek verricht naar medicatie die het immuunsysteem kan stimuleren om de hersenen te beschermen tegen schadelijke eiwitten9.
  • Wetenschappers bestuderen de effecten van insuline op de hersenen en de werking ervan en hoe de insulineniveaus de ziekte van Alzheimer kunnen beïnvloeden10.
  • Een aantal studies onderzoekt het verband tussen de ontwikkeling van Alzheimer en cardiovasculaire gezondheid11.
  • Er moet ook meer onderzoek worden gedaan naar de effecten van het innemen van hormonen om Alzheimer te voorkomen. Een eerste onderzoek naar een therapie op basis van oestrogenen die gedurende minstens één jaar tijdens de perimenopauze of de vroege menopauze word gevolgd, wijst erop dat deze therapie het denk- en geheugenproces beschermt bij vrouwen die een hoger risico lopen om Alzheimer te ontwikkelen12.

De ontwikkeling van nieuwe behandelingen voor de ziekte van Alzheimer is een langzaam proces waarvoor nauwkeurig en gedetailleerd onderzoek en analyse nodig is13. Hoewel het tempo frustrerend kan zijn voor mensen met de ziekte en hun familie, die wachten op nieuwe behandelingsopties, is men optimistisch dat er vooruitgang wordt geboekt bij het verbeteren van de diagnose, behandeling en preventie van Alzheimer.

Bronnen waarnaar wordt verwezen

  1. Dementia. World Health Organization website. Published September 21, 2020. Accessed December 2020. https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/dementia
  2. Kawas CH, Corrada MM. Alzheimer’s and dementia in the oldest-old: a century of challenges. Curr Alzheimer Res. 2006;3(5):411-419. doi:10.2174/156720506779025233
  3. What causes Alzheimer’s disease? National Institute on Aging website. Updated December 24, 2019. Accessed February 2021. https://www.nia.nih.gov/health/what-causes-alzheimers-disease
  4. Livingston G, Sommerlad A, Orgeta V et al. Dementia prevention, intervention and care. Lancet. 2017;390(10113):2673-2734. doi:10.1016/S0140-6736(17)31363-6
  5. Cummings J, Lee G, Ritter A, Sabbagh M, Zhong K. Alzheimer’s disease drug development pipeline: 2020. Alzheimers Dement (NY). 2020;6(1):e12050. doi:10.1002/trc2.12050
  6. Murphy MP, LeVine H III. Alzheimer’s disease and the β-amyloid peptide. J Alzheimers Dis. 2010;19(1):311-323. doi:10.3233/JAD-2010-1221
  7. Nygaard HB, van Dyck CH, Strittmatter SM. Fyn kinase inhibition as a novel therapy for Alzheimer’s disease. Alzheimers Res Ther. 2014;6(1):8. doi:10.1186/alzrt238
  8. Huang LK, Chao SP, Hu CJ. Clinical trials of new drugs for Alzheimer disease. J Biomed Sci. 2020;27(1):18. doi: 10.1186/s12929-019-0609-7
  9. Al Mamun A, Uddin MS, Mathew B, Ghulam MA. Toxic tau: structural origins of tau aggregation in Alzheimer’s disease. Neural Regen Res. 2020;15(8)1417-1420. doi:10.4103/1673-5374.274329
  10. Kinney JW, Bemiller SM, Murtishaw AS, Leisgang AM, Salazar AM, Lamb BT. Inflammation as a central mechanism in Alzheimer’s disease. Alzheimers Dement (NY). 2018;4:575-590. doi:10.1016/j.trci.2018.06.014
  11. Kellar D, Craft S. Brain insulin resistance in Alzheimer’s disease and related disorders: mechanisms and therapeutic approaches. Lancet. 2020;19(9):758-766. doi:10.1016/S1474-4422(20)30231-3
  12. Tublin JM, Adelstein JM, Del Monte F, Combs CK, Wold LE. Getting to the heart of Alzheimer disease. Circ Res. 2019;124(1):142-149. doi:10.1161/CIRCRESAHA.118.313563
  13. Savolainen-Peltonen H, Rahkola-Soisalo P, Hoti F et al. Use of postmenopausal hormone therapy and risk of Alzheimer’s disease in Finland: nationwide case-control study. BMJ. 2019;364:l665. doi:10.1136/bmj.l665
  14. Cavedo E, Lista S, Khachaturian Z et al. The road ahead to cure Alzheimer’s disease: development of biological markers and neuroimaging methods for prevention trials across all stages and target populations. J Prev Alzheimers Dis. 2014;1(3):181-202. doi:10.14283/jpad.2014.32
Misschien ben je geïnteresseerd in...​

Geestelijke gezondheid

De ziekte van Alzheimer is een progressieve en onomkeerbare hersenaandoening en is de meest voorkomende oorzaak van dementie.

Welkom terug

Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.

Geen account? Registreren