IN DEZE SECTIE

Gerelateerde artikelen
Er zijn geen gerelateerde artikelen

Schizofrenie is een ernstige en langdurige aandoening die invloed heeft op de manier waarop iemand denkt, voelt, handelt, omgaat met andere mensen, emoties uitdrukt en de werkelijkheid beleeft.

Neuraxpharm biedt verschillende medicaties voor schizofrenie en zodra je arts je specifieke behoeften heeft vastgesteld, kan hij of zij het product voorschrijven dat het beste bij je behoeften en toestand past.

Lees verder voor meer informatie over de oorzaken, symptomen en behandelingsmogelijkheden.

Wat is schizofrenie?

Schizofrenie is een ernstige, chronische geestesziekte die een reeks psychologische symptomen veroorzaakt en kan betekenen dat de betrokkene zijn eigen gedachten en ideeën niet altijd kan onderscheiden van de werkelijkheid. Dat kan leiden tot problemen op het werk, op school en in relaties. Mensen met schizofrenie kunnen zich terugtrekken en het contact met de werkelijkheid lijken te verliezen, wat leed kan veroorzaken voor de betrokkene zelf, maar ook voor hun familieleden en vrienden. 

Er is geen remedie bekend en als schizofrenie niet wordt behandeld, kunnen de symptomen van hardnekkig en invaliderend zijn. Er zijn echter effectieve behandelingen beschikbaar om mensen te helpen hun symptomen onder controle te houden, het risico op herhaling te verminderen en beter van het dagelijks leven te genieten.

Er bestaan veel misvattingen over schizofrenie, maar de meeste mensen die eraan lijden zijn niet gevaarlijker of gewelddadiger dan mensen uit de algemene bevolking.

Wat zijn de belangrijkste soorten schizofrenie?

Schizofrenie is de term die wordt gebruikt voor een reeks psychische stoornissen die binnen hetzelfde spectrum vallen, waaronder:

  • Paranoïde schizofrenie: Dit omvat symptomen als waanideeën en hallucinaties, onsamenhangende spraak en concentratieproblemen.
  • Hebefrenische of ongeorganiseerde schizofrenie: Deze vormen van schizofrenie omvatten geen hallucinaties of waanideeën, maar wel onsamenhangende gedrag en spraak. Het kan ook gaan om ongepaste emotionele reacties of het ontbreken van enige emotionele reactie.
  • Ongedifferentieerde schizofrenie: Getroffen personen kunnen gedragingen vertonen die van toepassing zijn op meer dan één subtype schizofrenie. Hoewel er verschillende soorten schizofrenie bestaan, vallen deze stoornissen binnen een spectrum en moeten ze als zodanig worden behandeld.
  • Residuele schizofrenie: Dit is wanneer iemand een eerdere diagnose van schizofrenie heeft, maar geen prominente symptomen van de stoornis meer heeft. De symptomen zijn minder hevig geworden en omvatten over het algemeen slechte aandacht, enige geestelijke desorganisatie en emotionele terugtrekking. Omdat veel mensen met schizofrenie merken dat hun symptomen variëren in frequentie en intensiteit, wordt dit subtype tegenwoordig zelden gebruikt.
  • Catatonische schizofrenie: Bij dit subtype is fysieke beweging een symptoom. Catatonie kan een eigen stoornis zijn, maar mensen met catatonische schizofrenie hebben vaak negatieve symptomen van schizofrenie en reageren weinig.

Aan schizofrenie verwante aandoeningen zijn onder andere een schizo-affectieve stoornis, die elementen van zowel schizofrenie als stemmingsstoornissen omvat. De symptomen kunnen bestaan uit paranoïde gedachten, waanideeën of hallucinaties, concentratieproblemen, depressie, slaap- en eetproblemen en sociale terugtrekking.

Andere verwante stoornissen zijn waanstoornis, kortdurende psychotische stoornis, schizofreniforme stoornis en psychose.

Hoeveel mensen hebben schizofrenie?

Schizofrenie treft wereldwijd 20 miljoen mensen, oftewel één procent van de bevolking in alle culturen. Het treft evenveel mannen als vrouwen, maar de stoornis treedt bij vrouwen vaak later op dan bij mannen.

Symptomen

De ernst van schizofrenie en de symptomen varieert van persoon tot persoon en de symptomen lijken te verergeren en te verbeteren in cycli die bekend staan als terugvallen en remissies. Sommige mensen hebben slechts één psychotische episode, terwijl anderen er gedurende hun leven veel hebben, maar tussendoor een relatief normaal leven leiden. Anderen kunnen na verloop van tijd meer moeite hebben met functioneren, met weinig verbetering tussen volledige psychotische episodes.

Wat zijn de symptomen van schizofrenie?

De symptomen van schizofrenie worden meestal aangeduid als positief (of psychotisch, gebaseerd op niet-werkelijkheid), negatief (dingen die afwezig zijn), cognitief of ongeorganiseerd.

Negatieve symptomen zijn onder andere:

  • Hallucinaties, waaronder veranderingen in zicht, gehoor, reuk, tast en smaak
  • Vreemd gedrag 
  • Waanideeën, waaronder paranoia en irrationele angsten

Negatieve symptomen zijn onder andere:

  • Verlies van motivatie en energie
  • Verlies van interesse in het dagelijks leven
  • Moeite met het plannen, beginnen en volhouden van activiteiten
  • Minder spraakzaam
  • Zich terugtrekken van familie, vrienden en uit sociale situaties
  • Moeite met het tonen van emoties
  • Minder emoties 
  • Slechte persoonlijke hygiëne

Cognitieve symptomen zijn onder andere:

  • Problemen met concentratie en geheugen
  • Moeite met het verwerken en gebruiken van informatie

Ongeorganiseerde symptomen zijn onder andere:

  • Onsamenhangende spraak 
  • Snel overschakelen van de ene gedachte naar de andere zonder logisch verband ertussen
  • Langzaam bewegen
  • Niet in staat zijn om beslissingen te maken
  • Veel opschrijven zonder betekenis
  • Dingen vergeten of kwijt raken
  • Herhalende bewegingen of gebaren, zoals ijsberen of rondjes lopen
  • Problemen met het begrijpen van alledaagse dingen, geluiden en gevoelens

Bij catatonische schizofrenie kan de getroffen persoon stoppen met spreken, en het lichaam kan voor een zeer lange tijd in één enkele positie gefixeerd zijn.

Wat zijn de stadia van schizofrenie?

Schizofrenie kan zich langzaam ontwikkelen, vaak tijdens de tienerjaren, en kan om verschillende redenen aanvankelijk moeilijk te diagnosticeren zijn.

De leeftijd waarop schizofrenie het vaakst optreedt is de vroeg volwassen leeftijd, en er moeten minstens zes maanden symptomen zijn om de diagnose te kunnen stellen. Mannen met schizofrenie kunnen aan het eind van hun tienerjaren of begin twintig met de symptomen beginnen, terwijl de symptomen bij vrouwen later kunnen optreden, tot begin dertig.

Er zijn drie fasen van schizofrenie: de beginfase; de acute/actieve fase; en de rest-/herstelfase. Het beginstadium (of “prodromaal”) kan dagen duren, maar ook jaren. Het ontbreken van één specifieke trigger betekent dat het moeilijk kan zijn om deze te identificeren, ook omdat gedragsveranderingen subtiel kunnen zijn.

Wat zijn de vroege tekenen van schizofrenie?

Symptomen van mogelijke schizofrenie zijn onder meer stemmingswisselingen en sociale terugtrekking, wat betekent dat de aandoening gemakkelijk kan worden verward met een typische “tienerfase”. Gebrek aan motivatie, verstoorde slaap, concentratieproblemen, een opvliegend temperament, problemen binnen relaties en moeilijkheden op school zijn allemaal symptomen die zich bij tieners kunnen manifesteren wanneer de aandoening zich ontwikkelt.

Wie aan schizofrenie lijdt, kan een episode van psychose doormaken, die vaak tot de diagnose leidt. Stemmingswisselingen en grotere moeilijkheden bij het sociaal functioneren kunnen zich voordoen vóór de eerste episode van de psychose.

Mensen met de aandoening merken dat hun symptomen soms ernstig en soms minder ernstig zijn.

Oorzaken, risicofactoren en levensverwachting

Welke combinatie van factoren precies schizofrenie veroorzaakt, is nog niet bekend. De huidige behandeling richt zich op een effectieve beheersing van de symptomen en helpt mensen met de aandoening een normaal leven te leiden.

Wat veroorzaakt schizofrenie?

De precieze oorzaak van schizofrenie is onbekend, maar waarschijnlijk houdt het verband met een combinatie van genetische en omgevingsfactoren.

Men denkt dat sommige mensen kwetsbaarder zijn voor het ontwikkelen van schizofrenie en dat bepaalde situaties, zoals een stressvolle levensgebeurtenis of drugsmisbruik, de aandoening kunnen uitlokken.

  • Genetische factoren: Schizofrenie kan in families voorkomen, maar het is nog niet mogelijk om aan de hand van genetische informatie te voorspellen wie schizofrenie zal ontwikkelen.
  • Verschillen in de hersenen: Bij kwetsbare personen kunnen veranderingen in de hersenen tijdens de puberteit psychotische aanvallen uitlokken. Uit onderzoek blijkt dat er een belangrijk verband bestaat tussen onze hersenen en onze darmen en de nuttige micro-organismen die in ons spijsverteringsstelsel leven (bekend als “de microbiota-as tussen darmen en hersenen”), die van invloed kan zijn op de manier waarop we met stressperiodes omgaan. De darm-hersenmicrobiota-as is aangemerkt als een belangrijke factor voor het al dan niet ontwikkelen van schizofrenie. Verschillen in hersenstructuur en -functie en interacties tussen neurotransmitters worden ook genoemd als factoren die bijdragen tot de ontwikkeling van de aandoening. 
  • Omgevingsfactoren: Armoede, een onstabiele omgeving en/of voedingsproblemen vóór de geboorte zijn ook genoemd als factoren die de ontwikkeling van schizofrenie kunnen beïnvloeden.

Is schizofrenie erfelijk?

Schizofrenie is niet erfelijk, maar eerder genetisch - wat betekent dat een combinatie van genen, eerder dan één enkel gen, een factor is bij het al dan niet ontwikkelen van de aandoening.

Wie krijgt schizofrenie?

Schizofrenie kan mensen overal ter wereld treffen. 

Schizofrenie kan in de kindertijd worden vastgesteld, maar dit is relatief zeldzaam.. De eerste tekenen van beginnende schizofrenie verschijnen meestal tussen 13 en 18 jaar. Een diagnose onder de 13 jaar is uiterst zeldzaam. Mannen kunnen de symptomen eerder ervaren dan vrouwen, hoewel de aandoening alle geslachten in gelijke mate treft. Het is waarschijnlijk dat hoe vroeger de symptomen verschijnen, hoe ernstiger het geval van schizofrenie zal zijn.

Hoe lang kan men leven met schizofrenie?

Hoe lang iemand met schizofrenie kan leven hangt af van verschillende factoren, waaronder de ernst van zijn geval en hoe ontvankelijk hij of zij is voor behandeling. Degenen die met de aandoening leven, kunnen waarschijnlijk een relatief normaal leven leiden naast hun familie als ze onder behandeling blijven. Het is onwaarschijnlijk dat mensen met schizofrenie op lange termijn in psychiatrische inrichtingen terechtkomen. Onderzoek om de behandeling te verbeteren is gaande. 

Schizofrenie komt vaak voor in combinatie met andere aandoeningen, waaronder psychose, diabetes en hartziekten. Hierdoor hebben mensen met schizofrenie een levensverwachting die 15 tot 25 jaar lager ligt dan die van de algemene bevolking. Mensen met schizofrenie hebben twee tot drie keer meer kans om vroegtijdig te sterven dan de algemene bevolking.

Diagnose

Er is niet één specifieke test voor schizofrenie en de diagnose wordt meestal gesteld na beoordeling door een specialist in geestelijke gezondheid, soms na een periode van psychose.

Soms is het niet duidelijk of iemand schizofrenie heeft of een verwante geestesziekte, zoals bipolaire stoornis of schizo-affectieve stoornis.

Hoe wordt de diagnose van schizofrenie gesteld?

De symptomen van schizofrenie moeten zes maanden aanhouden en ten minste één van die maanden aanhoudend actief zijn, voordat de diagnose kan worden gesteld. Twee van de volgende symptomen moeten zijn waargenomen:

  • Hallucinaties
  • Onsamenhangende spraak
  • Waanideeën
  • Ongeorganiseerd of catatonisch gedrag
  • Negatieve symptomen (de afwezigheid van iets, bv. motivatie of energie)

Waanideeën, hallucinaties of onsamenhangende spraak moeten een van de symptomen zijn om een positieve diagnose te kunnen stellen, en mogen niet het gevolg zijn van een andere aandoening.

De arts kan door middel van beeldvorming van de hersenen of bloedonderzoek proberen aandoeningen uit te sluiten waarmee schizofrenie in verband kan worden gebracht, bijvoorbeeld een door drugs veroorzaakte psychose of een hersentumor.

Testen om schizofrenie te diagnosticeren

De diagnose schizofrenie is gebaseerd op het observeren van iemands handelingen en symptomen. Artsen kunnen echter testen uitvoeren om na te gaan of niets anders aan de basis ligt van de symptomen. Er kunnen bijvoorbeeld beeldvormende studies of CT- of MRI-scans worden uitgevoerd om uit te sluiten dat de symptomen worden veroorzaakt door problemen zoals hersentumoren, epilepsie, auto-immuunziekten of infecties. Ook cognitieve en/of persoonlijkheidstesten of schizofreniewaarderingsschalen zoals PANSS kunnen worden gebruikt. 

Artsen zullen waarschijnlijk ook testen uitvoeren om er zeker van te zijn dat de symptomen niet worden veroorzaakt door andere factoren, zoals voorgeschreven medicijnen, alcohol of drugs.

Als een arts schizofrenie vermoedt, kan hij doorverwijzen naar een psychiater, die beoordelingen kan uitvoeren of gedragingen kan observeren om te proberen een duidelijke diagnose te stellen.

Behandeling en medicatie

Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden voor mensen met schizofrenie, die hen kunnen helpen hun leven op een beheersbare manier te leiden.

Hoe wordt schizofrenie behandeld?

Schizofrenie wordt gewoonlijk behandeld met een combinatie van medicatie en therapie, afgestemd op iedere individuele persoon.

Het doel is de symptomen te verlichten en de kans op een terugval of de terugkeer van de symptomen te verminderen. Behandelingsopties zijn waarschijnlijk antipsychotica en/of cognitieve gedragstherapie (CGT).

Medicatie

Antipsychotische medicijnen kunnen de intensiteit en frequentie van psychotische symptomen helpen verminderen. Meestal werken ze door het effect van de neurotransmitter dopamine in de hersenen te blokkeren of te moduleren.

De keuze van antipsychotica moet worden gemaakt na een gesprek met een arts/psychiater over de te verwachten voordelen en bijwerkingen, die van persoon tot persoon verschillen. Bijwerkingen van sommige medicijnen zijn gewichtstoename, beven, stijfheid, rusteloosheid en/of slaperigheid.

De meeste mensen met schizofrenie gebruiken gedurende één of twee jaar na hun eerste psychotische episode medicijnen om verdere acute schizofrene episodes te voorkomen, en langer als de ziekte terugkomt.

Therapie

Therapieën zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), familietherapie en kunstzinnige therapie kunnen mensen helpen beter met hun hallucinaties of waanideeën om te gaan.

  • CGT: CGT heeft tot doel mensen te helpen de denkpatronen te identificeren die de oorzaak zijn van hun ongewenste gevoelens en gedragingen, en te leren deze denkpatronen te veranderen in meer realistische en bruikbare gedachten.
  • Familietherapie: Dit is bedoeld om mensen met schizofrenie en hun familie te helpen beter met de aandoening om te gaan.
  • Kunsttherapie: Creatieve therapie kan mensen in staat stellen hun ervaringen op een non-verbale manier uit te drukken en hen helpen nieuwe manieren te ontwikkelen om met anderen om te gaan.
Het is gebruikelijk bij de behandeling van schizofrenie een combinatie van psychosociale therapieën en antipsychotica toe te passen.

Interventie

Er zijn verschillende interventies die kunnen worden voorgesteld aan mensen met schizofrenie. Dat zou kunnen omvatten:

  • Gecoördineerde specialistische zorg: Gecoördineerde specialistische zorg is een op herstel gericht behandelplan dat medicijnen en therapie combineert met sociale diensten, werkgelegenheid en onderwijs, om schizofrenie te behandelen wanneer de symptomen zich voor het eerst voordoen. Het doel is om de familie er zo veel mogelijk bij te betrekken. Het wordt in een vroeg stadium gebruikt, tijdens de eerste fase, om mensen te helpen een normaal leven te leiden.
  • Assertieve gemeenschapsbehandeling: Assertieve gemeenschapsbehandeling is een interventie voor mensen met schizofrenie die het risico lopen op herhaalde ziekenhuisopname of om dakloos te worden. Veel contact van een toegewijd team is een belangrijk onderdeel van de assertieve gemeenschapsbehandeling.
  • Ondersteuningsprogramma's voor de familie: De aandoening kan worden vergemakkelijkt door het gebruik van voorlichtingsprogramma's voor de familie, die informatie en begeleiding kunnen bieden over schizofrenie, de behandelingen en de ondersteuningsstrategieën die kunnen worden toegepast. Dit kan helpen met praktische hulp en het vertrouwen van de persoon in zijn of haar ondersteuningsnetwerk vergroten.
  • Elektroconvulsietherapie (ECT): Bij ECT-therapie worden onder algemene verdoving elektroden op de hoofdhuid bevestigd. Het vindt meestal twee of drie keer per week plaats gedurende een paar weken. Het doel is de stemming te verbeteren door het opwekken van een reeks gecontroleerde toevallen, die volgens wetenschappers de afgifte van neurotransmitters in de hersenen kunnen beïnvloeden. Vooral bij oudere schizofrene mensen kan dit snel resultaat opleveren. Het wordt meestal gebruikt wanneer mensen catatonisch zijn.

Dieet

Een slecht dieet kan de symptomen van schizofrenie verergeren, evenals overmatig alcohol- of drugsgebruik. Er is ook een kans dat alcohol of drugs de werking van sommige antipsychotische medicijnen verstoort.

Bepaalde voedingsmiddelen kunnen de symptomen van schizofrenie helpen verminderen en de algemene gezondheid verbeteren.

  • Groenten en fruit: Groenten en fruit zijn een goede bron van vezels, waarvan veel mensen met schizofrenie en aanverwante gezondheidsproblemen (zoals obesitas, diabetes of hartziekten) niet genoeg krijgen.
  • Zalm en vette vis: Zalm en vette vis zijn goede bronnen van Omega-3, die de symptomen van schizofrenie kunnen verminderen.
  • Kip: De vitamine niacine kan ook helpen de symptomen te verminderen; deze komt voor in kip.
  • Rundvlees: Er is mogelijk een verband tussen lage zinkgehaltes en schizofrenie. Aangezien zink in rundvlees zit, kan het eten van rundvlees de symptomen helpen verminderen.

Lichaamsbeweging

Lichaamsbeweging, als onderdeel van een programma voor gedragsverandering, is noodzakelijk voor duurzame gewichtsbeheersing, wat vooral belangrijk is voor mensen met schizofrenie. Oefeningen waarvan bewezen is dat ze een positief effect hebben zijn onder andere:

  • Aërobe oefeningen: Interventies met intensieve of aërobe lichaamsbeweging blijken een positief effect te hebben op mensen met schizofrenie.
  • Groepstraining: Groepstraining blijkt ook een positief effect te hebben op de gezondheid van het hart, de stofwisseling en de algehele lichamelijke conditie van mensen met schizofrenie.
Het is belangrijk op te merken dat zelfs matige lichaamsbeweging een positief effect op de gezondheid kan hebben. Mensen moeten zich niet laten afschrikken om met lichaamsbeweging te beginnen als ze vinden dat ze nog niet fit zijn.

Preventie

Momenteel is er geen manier om het ontstaan van schizofrenie te voorkomen, hoewel er behandelmethoden zijn ontwikkeld die mensen met de aandoening in staat stellen een relatief normaal leven te leiden.

Vroegtijdige diagnose en betrokkenheid bij de behandeling kunnen helpen om de verstoring die men kan ondervinden te verminderen, en kunnen de kans op terugval reduceren. Terugval kan vaak worden voorkomen door:

  • De tekenen van een acute episode te herkennen
  • Medicijnen innemen zoals voorgeschreven en geadviseerd door artsen
  • De aandoening bespreken zodat anderen zich bewust zijn van de symptomen

Wetenschappelijke onderzoeken

Aangezien de oorzaak van schizofrenie nog niet bekend is, is onderzoek naar onder meer de omgeving en genetica enorm belangrijk. Ook van vitaal belang is onderzoek dat leidt tot acties die de impact die de aandoening op het leven van mensen kan hebben, verminderen. 

Toekomstige behandelingen voor schizofrenie worden onder de loep genomen. Diepe hersenstimulatie, een beproefde behandeling voor de ziekte van Parkinson, kan ook belangrijk zijn bij de ontwikkeling van behandelingen voor psychiatrische stoornissen, en onderzoekers bekijken dit.

Er wordt ook veel onderzoek gedaan om na te gaan hoe genen schizofrenie kunnen beïnvloeden, zodat in de toekomst meer gepersonaliseerde geneeskunde kan worden aangeboden.

Sources

  1.  Bebbington P, Freeman D. Transdiagnostic Extension of Delusions: Schizophrenia and Beyond. Schizophr Bull. 2017;43(2):273-282. doi:10.1093/schbul/sbw191
  2.  Miller JN, Black DW. Schizoaffective disorder: A review. Ann Clin Psychiatry. 2019;31(1):47-53.
  3.  Rebok F. Tratamiento farmacológico del trastorno esquizoafectivo, el trastorno esquizofreniforme y el trastorno psicótico breve [Pharmacological treatment of schizoaffective disorder, schizophreniform disorder and brief psychotic disorder]. Vertex. 2012;23(104):287-298.
  4.  Chan V. Schizophrenia and Psychosis: Diagnosis, Current Research Trends, and Model Treatment Approaches with Implications for Transitional Age Youth. Child Adolesc Psychiatr Clin N Am. 2017;26(2):341-366. doi:10.1016/j.chc.2016.12.014
  5.  GBD 2017 Disease and Injury Incidence and Prevalence Collaborators. Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 354 diseases and injuries for 195 countries and territories, 1990-2017: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2017 [published correction appears in Lancet. 2019 Jun 22;393(10190):e44]. Lancet. 2018;392(10159):1789-1858. doi:10.1016/S0140-6736(18)32279-7
  6.  Schultz SH, North SW, Shields CG. Schizophrenia: a review. Am Fam Physician. 2007;75(12):1821-1829.
  7.  Cha HY, Yang SJ. Anti-Inflammatory Diets and Schizophrenia. Clin Nutr Res. 2020;9(4):241-257. Published 2020 Oct 28. doi:10.7762/cnr.2020.9.4.241
  8.  Lieberman JA, Perkins D, Belger A, et al. The early stages of schizophrenia: speculations on pathogenesis, pathophysiology, and therapeutic approaches [published correction appears in Biol Psychiatry 2002 Feb 15;51(4):346]. Biol Psychiatry. 2001;50(11):884-897. doi:10.1016/s0006-3223(01)01303-8
  9.  Caso JR, Balanzá-Martínez V, Palomo T, García-Bueno B. The Microbiota and Gut-Brain Axis: Contributions to the Immunopathogenesis of Schizophrenia. Curr Pharm Des. 2016;22(40):6122-6133. doi:10.2174/1381612822666160906160911
  10.  Remschmidt H, Theisen FM. Schizophrenia and related disorders in children and adolescents J Neural Transm Suppl. 2005;(69):121-141. doi:10.1007/3-211-31222-6_7
  11.  Wildgust HJ, Hodgson R, Beary M. The paradox of premature mortality in schizophrenia: new research questions. J Psychopharmacol. 2010;24(4 Suppl):9-15. doi:10.1177/1359786810382149
  12.  Laursen TM, Nordentoft M, Mortensen PB. Excess early mortality in schizophrenia. Annu Rev Clin Psychol. 2014;10:425-448. doi:10.1146/annurev-clinpsy-032813-153657
  13.  Faulkner G, Soundy AA, Lloyd K. Schizophrenia and weight management: a systematic review of interventions to control weight. Acta Psychiatr Scand. 2003;108(5):324-332. doi:10.1034/j.1600-0447.2003.00218.x
  14.  Fernández-Abascal B, Suárez-Pinilla P, Cobo-Corrales C, Crespo-Facorro B, Suarez-Pinilla M. In- and outpatient lifestyle interventions on diet and exercise and their effect on physical and psychological health: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials in patients with schizophrenia spectrum disorders and first episode of psychosis [published online ahead of print, 2021 Jan 24]. Neurosci Biobehav Rev. 2021;S0149-7634(21)00019-1. doi:10.1016/j.neubiorev.2021.01.005
  15.  Firth J, Cotter J, Elliott R, French P, Yung AR. A systematic review and meta-analysis of exercise interventions in schizophrenia patients. Psychol Med. 2015;45(7):1343-1361. doi:10.1017/S0033291714003110
  16. Caso JR, Balanzá-Martínez V, Palomo T, García-Bueno B. The Microbiota and Gut-Brain Axis: Contributions to the Immunopathogenesis of Schizophrenia. Curr Pharm Des. 2016;22(40):6122-6133. doi:10.2174/1381612822666160906160911
U bent misschien geïnteresseerd in...
Er zijn geen gerelateerde artikelen

Welkom terug

Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.

Heb je geen account?Inschrijven