IN DEZE SECTIE

Gerelateerde artikelen
Er zijn geen gerelateerde artikelen

Dwangneurose of een obsessieve compulsieve stoornis (OCD) is een veel voorkomende langdurige psychische aandoening die obsessieve gedachten en dwangmatig gedrag veroorzaakt. 

Neuraxpharm biedt medicatie-alternatieven voor dwangneurose en zodra je arts je specifieke behoeften heeft vastgesteld, kan hij of zij het product voorschrijven dat het beste bij je behoeften en toestand past.

 Lees meer over de symptomen, de behandeling en het omgaan met de aandoening.

Wat is OCD?

OCD is een psychische aandoening die zowel de gedachten als het gedrag kan beïnvloeden. Hoewel het zich in de kindertijd kan ontwikkelen, ontstaat het meestal in de vroege volwassenheid.

Mensen met OCD ervaren obsessieve en ongewenste gedachten, beelden of impulsen. Ze proberen deze gedachten vaak te verwerken of te neutraliseren door dwangmatig en repetitief gedrag. Dit kan leiden tot een cyclus van herhaalde, ongecontroleerde en ongewenste gedachten en gedragingen die een aanzienlijke invloed kunnen hebben op hun dagelijks leven. Iemand met een obsessieve angst voor inbrekers kan bijvoorbeeld herhaaldelijk en buitensporig de sloten van deuren en ramen controleren.

Veel mensen zullen op een bepaald moment soortgelijke verontrustende en ongewenste gedachten en de drang tot herhaaldelijk gedrag ervaren, maar dit kan van korte duur zijn en betekent niet dat ze OCD hebben. Bij OCD zijn de verontrustende gedachten en het repetitieve gedrag hardnekkig. Mensen met OCD zullen blijven worstelen met hun obsessieve gedachten, zelfs als ze weten dat de ideeën die ze reflecteren niet op de werkelijkheid gebaseerd zijn.

De dwangmatige gedragingen die mensen gebruiken als reactie op hun obsessieve gedachten kunnen de angst tijdelijk verlichten, maar de obsessie en de angst keren snel terug, waardoor de cyclus opnieuw begint.

Wat zijn de belangrijkste soorten OCD?

OCD is één aandoening, maar mensen kunnen het op verschillende manieren ervaren. De meeste mensen met OCD hebben last van zowel obsessieve gedachten als dwanghandelingen, maar het is mogelijk om alleen het ene te ervaren zonder het andere. Bovendien zullen de soorten obsessieve gedachten en dwangmatige gedragingen per persoon verschillen; sommige mensen richten zich bijvoorbeeld op netheid, terwijl anderen hamsteren als symptoom kunnen ontwikkelen.

Sommige deskundigen denken dat de OCD die in de kindertijd begint, verschilt van hetgeen zich bij volwassenen ontwikkelt. Een onderzoek naar tweelingen toonde aan dat genen een grotere rol spelen bij OCD die in de kindertijd begint dan bij OCD waarvan de symptomen op volwassen leeftijd beginnen.

Hoeveel mensen hebben OCD?

In een onderzoek naar de prevalentie van OCD bij mensen van 20 jaar en ouder in 17 grote Europese landen wordt geschat dat er in 2019 6,4 miljoen gevallen waren en wordt voorspeld dat de 12-maandenprevalentie in 2029 zal variëren van 16 per 1.000 in Italië tot 17 per 1.000 in Noorwegen.

Het wereldwijde percentage OCD wordt geschat op 1,5% voor vrouwen en 1,0% voor mannen. Mannen worden vaker getroffen in de kindertijd, terwijl vrouwen een iets hogere prevalentie hebben op volwassen leeftijd.,. De aandoening treft mensen van alle geslachten, etniciteiten en sociaal-economische achtergrond.

Symptomen

Mensen met OCD kunnen symptomen hebben van obsessies, compulsies of beide. De symptomen kunnen een negatieve invloed hebben op alle aspecten van hun leven, zoals werk, school, studie en persoonlijke relaties.

Wat zijn de symptomen van OCD?

OCD kan ertoe leiden dat mensen herhaaldelijk ongewenste en verontrustende gedachten hebben, die bekend staan als obsessies. Ze kunnen ook de drang voelen om bepaalde repetitieve gedragingen uit te voeren om op die gedachten te reageren en ze te neutraliseren; dit worden dwanghandelingen genoemd. Veel voorkomende symptomen zijn onder andere:

Obsessies

  • Een angst voor ziektekiemen of om op een of andere manier besmet te raken door andere mensen of de omgeving
  • Terugkerende opdringerige gedachten
  • Ongewenste en verontrustende gedachten over seks of geweld
  • De angst om zichzelf of anderen opzettelijk of per ongeluk pijn te doen
  • De behoefte aan symmetrie, precisie en orde
  • De angst om obsceniteiten eruit te flappen
  • De angst om iets belangrijks te verliezen

Hoewel sommige obsessieve gedachten beangstigend kunnen zijn voor mensen met OCD, betekent het hebben van deze gedachten geenszins dat ze ernaar zullen handelen.

Dwanghandelingen

  • Overmatig schoonmaken – bijvoorbeeld in huis
  • Overdreven persoonlijke hygiëne – bijvoorbeeld herhaaldelijk handen wassen of douchen
  • Herhaaldelijk controleren van sloten en schakelaars
  • Items nauwkeurig ordenen en rangschikken
  • Een behoefte om tot hetzelfde getal te blijven tellen
  • Hamsteren
  • Vaak vragen om geruststelling of goedkeuring van een ander

Niet alle dwanghandelingen hebben een duidelijk of logisch verband met de obsessieve gedachte die ze moeten neutraliseren; het uitvoeren van het gedrag kan de betrokkene echter enige verlichting van die gedachte bieden.

Sommige mensen met OCD kunnen ook een ticstoornis hebben. Deze kunnen bestaan uit plotselinge herhaalde bewegingen zoals knipperen, grimassen trekken of schokken met het hoofd of de schouders, of vocalisaties zoals herhaaldelijk de keel schrapen, snuiven of grommen.

Wat zijn de stadia van OCD?

Symptomen van OCD kunnen komen en gaan en kunnen in de loop van de tijd verminderen of verergeren. Behandelingen helpen de meeste mensen met de aandoening hun symptomen onder controle te houden en de impact op hun dagelijks leven te verminderen.

Ouders of leerkrachten herkennen OCD-symptomen vaak bij kinderen, terwijl veel volwassenen steun zoeken wanneer ze zich realiseren dat hun obsessieve gedachten en gedragingen niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd en hun levenskwaliteit aantasten.

In de ernstigste gevallen kan een constante herhaling van rituelen de dag vullen, waardoor een normale routine onmogelijk wordt.

Wat zijn de vroege tekenen van OCD?

Mensen met OCD vertonen meestal eerst milde symptomen van obsessies en compulsies, die mettertijd kunnen verergeren. Vroege tekenen kunnen bestaan uit: repetitief gedrag en vaste manieren om dingen te doen, problemen met relaties en hamsteren.

Vaak zullen ouders of leerkrachten de eerste tekenen bij kinderen opmerken, die vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen, zoals een obsessie voor bacteriën, het zoeken naar geruststelling of het voortdurend controleren van dingen, en het zich zorgen maken dat iets kan gebeuren.

Oorzaken, risicofactoren en levensverwachting

De exacte oorzaken van OCD zijn onbekend, maar risicofactoren zouden genetica, de samenstelling van de hersenen en de omgeving in algemene zin zijn.

Wat veroorzaakt OCD?

Er zijn een aantal mogelijke oorzaken voor OCD. Mensen kunnen het ontwikkelen als gevolg van hun genen; wie ouders of broers of zussen heeft met OCD loopt een hoger risico het zelf te ontwikkelen.

Er zou ook een verband kunnen bestaan tussen OCD-symptomen en afwijkingen in bepaalde hersengebieden, maar dat verband is niet duidelijk, en dit wordt verder onderzocht. Sommige mensen met OCD hebben gebieden met ongewoon hoge activiteit in hun hersenen, of lage niveaus van de chemische stof serotonine.

OCD komt vaker voor bij mensen die gepest, mishandeld of verwaarloosd zijn, en kan worden uitgelokt door een belangrijke levensgebeurtenis, zoals een ouder worden of een sterfgeval. Het kan zich ook eerder ontwikkelen bij mensen die zeer methodisch zijn met hoge persoonlijke normen, of bij mensen die over het algemeen angstig zijn met een zeer sterk gevoel van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen.

In sommige gevallen kunnen kinderen OCD-symptomen ontwikkelen na een infectie met streptokokkenbacteriën – dit staat bekend als “pediatrische auto-immuunneuropsychiatrische stoornis geassocieerd met streptokokkeninfecties” (PANDAS). PANDAS treedt zeer plotseling op, met symptomen die schijnbaar van de ene dag op de andere verschijnen, en heeft een zeer ernstige impact op het leven van het kind.

Is OCD erfelijk?

Genen spelen waarschijnlijk een rol bij mensen die OCD ontwikkelen, wat betekent dat het in families voorkomt. De oorzaken van OCD zijn echter niet duidelijk, en ook andere factoren zoals levenservaringen kunnen een rol spelen.

Wie krijgt OCD?

OCD kan voorkomen bij mannen, vrouwen en kinderen. Sommige mensen krijgen al vroeg symptomen – vaak rond de puberteit – maar de aandoening begint meestal in de vroege volwassenheid.

Vrouwen kunnen soms OCD ontwikkelen tijdens de zwangerschap of na de geboorte van hun baby. In dit geval zullen de obsessies meestal te maken hebben met zorgen over het beschadigen van de baby, met dwanghandelingen zoals het herhaaldelijk controleren van de ademhaling van de baby.

Hoe lang kan men leven met OCD?

OCD is niet levensbedreigend. De impact ervan kan in de loop van de tijd variëren naarmate de ernst van de symptomen varieert. De obsessieve gedachten en dwangmatige gedragingen kunnen op verschillende momenten natuurlijk verminderen of toenemen. Behandelingen en copingmechanismen kunnen mensen met OCD helpen de gevolgen van de symptomen onder controle te houden en de algemene levenskwaliteit op langere termijn te verbeteren.

Diagnose

De meeste mensen krijgen de diagnose rond hun 19e, waarbij de symptomen bij jongens eerder optreden dan bij meisjes. Maar ook na de leeftijd van 35 jaar kan de ziekte zich voordoen.5

Hoe wordt de diagnose van OCD gesteld?

OCD moet worden gediagnosticeerd door een ervaren deskundige in de geestelijke gezondheidszorg. Over het algemeen zullen ze met de patiënt praten over zijn of haar obsessies en compulsies, hoe vaak ze voorkomen, en de invloed die ze hebben op de dagelijkse activiteiten en zijn of haar algemene levenskwaliteit en -plezier.

Voor een diagnose moeten de symptomen doorgaans een uur of langer per dag aanwezig zijn en een langdurige invloed hebben op het leven en de activiteiten van de patiënt.

Er kunnen beoordelingsschalen worden gebruikt om de ernst van OCD te meten. Men kan daarbij gebruik maken van de National Institute of Mental Health–Global Obsessive Compulsive Scale (NIMH-GOCS) om de algemene ernst van OCS te meten op een schaal van 1 (minimale symptomen) tot 15 (zeer ernstig), terwijl de Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale wordt gebruikt om de ernst van de symptomen van OCS te meten, zonder beïnvloed te worden door het soort obsessies of dwanghandelingen. Deze schaal wordt door clinici gebruikt om symptomen te beoordelen van niet-bestaand tot extreem, met aparte subtotalen voor de ernst van obsessies en dwanghandelingen.

Zorgverleners moeten ook andere mogelijke psychische aandoeningen uitsluiten die de symptomen kunnen veroorzaken, en rekening houden met eventuele andere aandoeningen van de patiënt (bijvoorbeeld depressie, angst of een eetstoornis), zodat de juiste behandeling wordt aangeboden.

Testen om OCD te diagnosticeren

Er bestaan geen lichamelijke testen waarmee de diagnose van OCD kan worden gesteld. De diagnose wordt gesteld door overleg met een ervaren professional in de geestelijke gezondheidszorg, die de gedachten en gedragingen van de patiënt en de invloed daarvan op het dagelijks leven kan beoordelen.

Behandeling en medicatie

OCD kan verontrustend zijn voor de betrokkene en de omgeving; behandeling kan echter helpen de symptomen onder controle te houden. Dit kan zowel het dagelijks leven verbeteren als de getroffenen helpen te genieten van relaties en betere sociale contacten en vrije tijd.

Hoe wordt OCD behandeld?

OCD wordt meestal behandeld met psychologische therapie, medicatie of een combinatie van beide. Hoewel de meeste patiënten met OCD op de behandeling reageren, blijven sommige mensen symptomen houden.

Soms hebben mensen met OCD ook andere psychische stoornissen, zoals angst, depressie of een stoornis in de lichaamsbeleving (ook wel morfodysfore stoornis of body dysmorphic disorder). Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer mogelijke behandelingen worden besproken.

Voor relatief lichte OCD wordt meestal een korte therapie aanbevolen. Mensen met gematigde symptomen kunnen een langere therapie en eventueel medicatie nodig hebben, en de meeste zullen op de behandeling reageren. Mensen met ernstigere OCD krijgen meestal zowel therapie als medicatie, en sommigen kunnen worden doorverwezen voor gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.

Medicatie

De medicatie die gebruikt wordt om OCD te behandelen is meestal in de vorm van anti-depressiva, bekend als selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's). Deze kunnen de symptomen helpen verminderen door het evenwicht van de chemische stoffen in de hersenen te wijzigen.

Bij sommige patiënten kan het enkele weken duren voordat de behandeling effect heeft, maar bij anderen zijn de effecten veel sneller merkbaar.

Mensen die een SSRI nemen, mogen daar alleen mee stoppen met de steun van hun arts, omdat sommige mensen bijwerkingen kunnen ondervinden als ze plotseling stoppen.

Er zijn verschillende SSRI's beschikbaar, en mensen die niet op de ene reageren, kunnen wel op een andere reageren. De arts helpt om de juiste medicatie vinden voor elk individu. Sommige mensen vinden SSRI's helemaal niet effectief, waardoor in bepaalde gevallen specifieke tricyclische antidepressiva (TCA), die ook de heropname van serotonine remmen, kunnen worden voorgeschreven.

Therapie en interventie

Therapie voor OCD omvat vaak een vorm van cognitieve gedragstherapie (CGT) met exposure en responspreventie (ERP).

Dit houdt in dat de therapeut met de patiënt samenwerkt om de verschillende elementen van de symptomen - gedachten, gevoelens en gedragingen - te identificeren. Tijdens de sessies worden patiënten aangemoedigd om hun angsten en obsessieve gedachten onder ogen te zien, zonder hun gebruikelijke neutraliserende dwangmatige gedragingen door te zetten. Dit staat bekend als responspreventie. Het helpt patiënten om hun gedachten en obsessies te confronteren op een manier die de angst die ze als reactie daarop voelen, vermindert, en ze leren dat hun angsten niet geworteld zijn in de werkelijkheid.

De therapeut werkt met de patiënten in de loop van de tijd, te beginnen met de obsessies die de minste angst veroorzaken en op te werken naar de obsessies die het meeste ongerief veroorzaken.

Ook kunnen neuromodulatietechnieken, waarbij een chemische of elektrische stimulans wordt gebruikt om de zenuwactiviteit te veranderen, worden toegepast. Deze technieken omvatten: transcraniële gelijkstroomstimulatie (tDCS), waarbij een zwakke elektrische stroom wordt toegepast op de hoofdhuid; repetitieve transcraniale magnetische stimulatie (rTMS), een niet-invasieve techniek waarbij elektrische stroompjes worden gebruikt om neuronale activiteit te moduleren; en diepe hersenstimulatie (DBS), waarbij chirurgisch een elektrode wordt geïmplanteerd om neurale circuits te activeren. Neuromodulatietechnieken zijn tot dusver vooral in een onderzoekscontext gebruikt voor OCD, maar rTMS is nu goedgekeurd in de VS.

Dieet

Mensen met OCD moeten normaal, gezond en evenwichtig eten en ervoor zorgen dat ze regelmatig eten zodat hun bloedsuikerspiegel niet daalt, want dat kan een slecht humeur veroorzaken. Goede voedingsmiddelen om in het dieet op te nemen zijn noten en zaden, eiwitten zoals eieren, bonen en vlees, en complexe koolhydraten zoals volkoren granen, groenten en fruit. Cafeïne moet worden beperkt.

Lichaamsbeweging

Het volgen van een gezonde levensstijl kan mensen met OCD helpen. Lichaamsbeweging is goed voor de algemene lichamelijke en geestelijke gezondheid, en wordt vaak aanbevolen als een van de belangrijkste behandelingen van een lichte depressie. Regelmatige lichaamsbeweging helpt het gevoel van eigenwaarde te vergroten en bevordert een positieve stemming.

Beweging hoeft geen onderdeel te zijn van een georganiseerde activiteit; het kan zo eenvoudig zijn als gewoon regelmatig actief blijven door te gaan wandelen tijdens de lunch of na het werk, of een gezellig potje voetbal in het park. De door OCD veroorzaakte angst kan ook worden verminderd door ontspanningstechnieken zoals meditatie, yoga en massage.

Preventie

Hoewel OCD niet kan worden voorkomen, kunnen de symptomen ervan worden verminderd door therapie en medicatie. Vroegtijdige opsporing en behandeling kunnen ook voorkomen dat milde OCD verergert tot een meer ernstigere vorm.

Wetenschappelijke onderzoeken

Er wordt onderzoek gedaan naar de doeltreffendheid van farmacologische interventies bij OCD. Uit een onderzoek naar de behandeling met geneesmiddelen uit 2019 blijkt dat langdurige toediening van SSRI’s het meest effectief is en dat een combinatie met cognitieve gedragstherapie (CGT) of exposure en responspreventie (ERP) de beste resultaten oplevert.

Er zijn andere onderzoeken gaande naar medicijnen en andere nieuwe behandelingsmethoden die kunnen worden gebruikt voor patiënten die niet reageren op SSRI’s, waaronder combinatie- en add-on-behandelingen en diepe hersenstimulatie. Sommige onderzoeken tonen aan dat een specifiek soort operatie, bekend als anterieure capsulotomie, ook effectief kan zijn,.

Sources

  1.  Inouye E. Similar and dissimilar manifestations of obsessive-compulsive neuroses in monozygotic twins. Am J Psychiatry. 1965;121:1171-1175. doi:10.1176/ajp.121.12.1171
  2.  Khan MK, Dupuy AV. Estimating the prevalence of obsessive compulsive disorder in Europe over the next ten years. Poster presented at: World Congress of Psychiatry; August 21-24, 2019; Lisbon, Portugal. doi:10.26226/morressier.5d1a038557558b317a140ebd
  3.  Weissman MM, Bland RC, Canino GJ, et al. The cross national epidemiology of obsessive compulsive disorder. The Cross National Collaborative Group. J Clin Psychiatry. 1994;55 Suppl:5-10.
  4. Kessler RC, Chiu WT, Demler O, Merikangas KR, Walters EE. Prevalence, severity, and comorbidity of 12-month DSM-IV disorders in the National Comorbidity Survey Replication (published correction appears in Arch Gen Psychiatry. 2005 Jul;62(7):709. Merikangas, Kathleen R [added]). Arch Gen Psychiatry. 2005;62(6):617-627. doi:10.1001/archpsyc.62.6.617
  5.  Goodman WK, Price LH, Rasmussen SA, et al. The Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale. I. Development, use, and reliability. Arch Gen Psychiatry. 1989;46(11):1006-1011. doi:10.1001/archpsyc.1989.01810110048007
  6.  Stein DJ, Costa DLC, Lochner C, et al. Obsessive-compulsive disorder. Nat Rev Dis Primers. 2019;5(1):52. doi:10.1038/s41572-019-0102-3
  7. Del Casale A, Sorice S, Padovano A, et al. Psychopharmacological treatment of obsessive-compulsive disorder (OCD). Curr Neuropharmacol. 2019;17(8):710-736. doi:10.2174/1570159X16666180813155017
  8.  Doshi PK. Anterior capsulotomy for refractory OCD: First case as per the core group guidelines. Indian J Psychiatry. 2011;53(3):270-273. doi:10.4103/0019-5545.86823
  9.  Pepper J, Zrinzo L, Marwan H. Anterior capsulotomy for obsessive-compulsive disorder: a review of old and new literature. Journal of Neurosurgery. 2019;133:1-10. 10.3171/2019.4.JNS19275
U bent misschien geïnteresseerd in...
Er zijn geen gerelateerde artikelen

Welkom terug

Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.

Heb je geen account?Inschrijven